Wie wel eens programma’s als SBS6’ “Red Mijn Vakantie” kijkt, krijgt daarbij vast wel eens kromme tenen van Rob Geus’ verschrikkelijke steenkolenengels. En hoezeer we de prachtige Engelse gezegdes van Louis van Gaal natuurlijk hilarisch vinden, zijn ze voor ons Nederlanders eigenlijk ook best beschamend.

Herken je jezelf hierin? En ben je het met me eens? Dan hoor jij waarschijnlijk tot de 90% van de Nederlanders die Engels spreekt. Ja, dat lees je goed: 90% van de Nederlanders spreekt goed genoeg Engels om een alledaags gesprek in die taal te voeren. De overige 10 procent is waarschijnlijk het onderdeel van de bevolking dat (nog) niet praten kan, want ook de oudere generaties in Nederland spreken prima Engels. Nederland heeft hiermee, samen met Noorwegen, het hoogste percentage Engelssprekenden van alle niet-Engelstalige landen op de wereld.

A small comparison; in officieel-Engelstalige landen als Canada en de VS ligt dat percentage respectievelijk op 85.6% en 94.5%. En in veel andere Europese landen is het zelfs ontzettend slecht gesteld met het Engels. Frankrijk en Italië scoren allebei maar rond de 36%. Onze Ooster- en Zuiderburen doen het iets beter; de Duitsers scoren 64% en de Belgen 59%. But that is long not as good as us!

Maar hoe kan het eigenlijk, dat dat zó hoog is? En zóveel hoger dan in de rest van Europa? In veel van deze landen is Engels namelijk net als in Nederland een verplicht vak op het middelbaar onderwijs. En ze kijken in de andere landen van Europa toch ook vaak dezelfde Engelstalige films en series als wij? Where goes it then miss? If you it me ask, is het een samenkomst van 3 factoren die per land bepalen of de bevolking goed Engels spreekt of niet; onderwijs, cultuur en geschiedenis.

Om te beginnen is het niveau van het onderwijs in Nederland gewoon erg goed. Tegenwoordig wordt er zelfs op de basisschool al vaak Engelse les gegeven. Het leren van Engels op de middelbare school is inmiddels wel in veel andere Europese landen verplicht, maar nog niet erg lang.

Ook zit het in onze cultuur; Nederland is van oudsher een handelsnatie. Onze economie is al eeuwen afhankelijk van handel met the outsideland. Engels is al heel lang een dominante taal, en is nog altijd de standaard in bijvoorbeeld het luchtverkeer en op de internationale wateren.

Daarnaast heeft Nederland in de vorige eeuw geen “nasynchronisatiecultuur” opgebouwd, zoals Duitsland en Italië wel hebben gedaan. Ondertiteling is bij ons al sinds de komst van de eerste Engelstalige films gebruikelijk. Omdat wij in het dagelijks leven veel worden blootgesteld aan Engels in muziek en (social) media, en dit ook al best lang zo is, spreken zowel de jongere als ook de oudere generaties hier gewoon goed Engels!

En dan nog het stukje geschiedenis. Het Engels en het Nederlands hebben namelijk ook nog het geluk aan elkaar verwant te zijn. Hoe dit precies in elkaar steekt is erg ingewikkelde taalkunde, dus om dat te begrijpen, verwijs ik je door naar de afbeelding hieronder.

Kortgezegd, het Nederlands is na het Fries en Schots, de meest aan het Engels verwante taal. Veel van de klanken die we in het Nederlands kennen, gebruikt men dus ook in het Engels. Daarom is Engelse uitpsraak voor Nederlanders vaak makkelijk te begrijpen en snel aan te leren. En voor de mensen die dit lezen en net als ik Fries zijn; wij hebben al helemaal geluk. Fries en Engels zijn namelijk onlosmakelijk verbonden aan elkaar. Het leren van Engels is voor Friezen al helemaal a whistle of a cent!

BONUS

Steenkolenengels door Rob Geus

Schrijver

Nyls
Nyls
Fries opgevoed, maar beheerst zowel het Engels als het Nederlands minstens even goed.
Als ik niet aan het schrijven ben, vind je me achter de kassa, in de bediening of op m'n opleiding tot Flight Attendant.
Meer van deze schrijver